Soms dwalen je gedachten wel eens af en denk je zomaar ineens aan een lied of een boek, zonder dat daar een echte aanleiding voor is. Dat had ik dus vanmiddag toen ik naar de bus liep en de dichte mist voor me zag. Ik moest denken aan een van de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb: De Schaduw van de Wind, geschreven door Carlos Ruiz Zafón. De mist deed me om een of andere reden denken aan een stukje uit dat boek. Thuisgekomen ben ik meteen maar even gaan zoeken en ik heb het gevonden. Was niet moeilijk, want het stond op de laatste bladzijde. Toch komt het woordje mist niet voor in dit stukje tekst, maar wel figuurtjes van damp en ogen beneveld. Misschien is dat het geweest, of toch het totale stukje tekst, waarbij je in gedachten het tafereeltje voor je ziet. Misschien deed een guirlande van vloeibaar koper me denken aan flarden van mist. In ieder geval, ik zal jullie deze tekst niet onthouden, het past wel een beetje bij het mysterieuze van mist.
Een jongeman, met al enkele grijze haren, wandelt door de straten van een Barcelona gevangen onder een asgrijze hemel, met een waterig zonnetje dat over de Rambla de Santa Mónica stroomt als een guirlande van vloeibaar koper. Hij heeft een jongen van ongeveer tien jaar bij de hand, wiens ogen beneveld zijn met het mysterie van de belofte die zijn vader hem in de vroege ochtend had gedaan, de belofte van het Kerkhof der Vergeten Boeken. “Julián, wat je vandaag zult zien mag je aan niemand vertellen. Aan niemand.”
“Zelfs niet aan mama?” informeert de jongen met gedempte stem. Zijn vader zucht, terwijl hij zich verschanst achter het trieste glimlachje dat hem als een schaduw door het leven volgt.
“Natuurlijk wel”, antwoordt hij. “Voor haar hebben we geen geheimen. Haar kun je alles vertellen.”
Kort daarna lossen vader en zoon, als figuurtjes van damp, op tussen de mensen op de Ramblas, hun voetstappen voor altijd verloren in de schaduw van de wind.